zaterdag 6 juni 2009

024

Vrijdag 4 april Jaar 1

"BROER!" Broer keek verstoord op toen ik zijn kamer kwam binnengedenderd en met zoveel geweld op hem toestormde dat Kat, die op zijn bureau had gezeten, besloot een ander onderkomen te gaan zoeken. "Anneke, ik leer", antwoordde Broer geïrriteerd en gebaarde dat ik weer moest weggaan. "Kan me niet schelen." Broer rolde met zijn ogen en draaide zich weer weg van mij. "Als het over Iemand gaat, ga je maar terug weg. Die kan nog wel even wachten."


"Dat kan hij niet", besloot ik, ging op Broers bed zitten en probeerde te bedenken hoe ik dit aan boord ging leggen. "Ik maak me zorgen", begon ik. Broer draaide zich weer om, keek me een moment aan en zuchtte toen. "Dat doet iedereen." Ik zweeg even en aarzelde. "Ik heb nu even geen tijd, Anneke", ging hij verder, "dus kom straks nog eens terug." Broer was waarschijnlijk zenuwachtig voor iets, of misschien ook niet, maar in elk geval vond ik dat hij moest luisteren. Hij bleef me negeren tot ik dan maar de trap af denderde en kwaad met een boek aan de keukentafel ging zitten.


"Waarom zit jij nu hier?" vroeg mama verbaasd toen ze even later de keuken in kwam met een lege kop koffie. Het zag ernaar uit dat zowel zij als papa de komende weken weer veel tijd achter hun computer zouden doorbrengen om alle problemen behalve de onze op te lossen. "Omdat Broer geen tijd heeft voor mij." Mama lachte, zette het koffiezetapparaat aan en ging tegenover mij aan tafel zitten. Omdat ze toch moest wachten, en omdat het niet moeilijk was te zien dat er (weer) iets mis was. "Alles in orde, Anneke?" Ik keek op van het steeltje van mijn appel, waarmee ik ingewikkelde tekeningen op het tafelblad op het tafelblad had getekend en haalde mijn schouders op. "Min of meer." Het was even stil tussen ons, terwijl we allebei luisterden naar het zachte gerochel van het koffieapparaat. "Je bent aan het liegen", zei mama toen zacht. Ik was verbaasd door de trieste blik in haar ogen en staarde weer besluiteloos naar het tafelblad. "Het is niet zo belangrijk", mompelde ik en haalde een hand door mijn haar. Misschien moest ik het maar weer eens kort laten knippen.


"Belangrijk genoeg om er met Broer over te praten", antwoordde mama. Nu was het mijn beurt om verbaasd te zijn. "Mag dat niet?" Het klonk te scherp, en ik kon meteen aan mama zien dat ik het niet had mogen zeggen. "Natuurlijk wel." Ze stond weer op en ging aan het koffiezetapparaat kunnen doen. "Je zou dat misschien ook eens met mij kunnen doen." Ik staarde naar haar rug, deed besluiteloos mijn mond open en flapte er toen uit: "Jij bent druk." Mama draaide zich om alsof ze gestoken was door een wesp en kneep haar ogen tot spleetjes. "Jij loopt hier altijd met een gezicht tot de grond, niet ik! Jij bent degene die nooit antwoordt als ik vraag of er iets is, jij loopt hier rond alsof je zo verheven bent boven ons allemaal!"


Ik voelde mijn mond lichtjes openzakken toen ze dat zei, en het eerste wat ik dacht was: 'joepie, nog iemand voor wie het allemaal verkeerd is.' Mama ging nog verder. Dat ik ondankbaar was, dat als ik niet mijn best deed gelukkig te zijn, ik het ook nooit zou worden, dat ik arrogant deed en op iedereen neerkeek. Op het einde huilde zij en was ik alleen maar kwaad. "Als jij op school vrolijk kan zijn en met iedereen kan komen, waarom kan dat met ons dan niet!" Op dat moment draaide ik me om en rende de trap terug op. Ze riep me nog na dat ik nu onmiddellijk moest terugkomen en dat weglopen laf en absoluut niet volwassen was, maar ik heb toch al nooit volwassen willen worden, dus dat maakte niet uit. Toen ik bovenaan de trap stond, was Broer daar. Ik stormde langs hem heen, gooide de deur van mijn kamer achter me dicht, greep lukraak iets van de grond en gooide het zo hard mogelijk op mijn bed - omdat het wel opluchtte, maar geen gevolgen had. Het bleek een boek te zijn. Tegen de tijd dat ik het weer had opgenomen huilde ik, en wapperde gefrustreerd met mijn armen. Waarom waarom waarom, dacht ik, waarom ging altijd alles verkeerd. Omdat ik niet wist wat ik anders moest doen, huilde ik eerst heel hard en ging toen bij mijn Doos zitten, omdat dat is wat je doet op zo'n momenten. Je houdt vast aan wat toch niet kan weggaan.


Waarom waarom waarom gaat alles verkeerd. Waarom zien mensen dingen altijd anders dan ik ze zie, begrijpen ze dingen anders dan ik ze begrijp. Waarom begrijpen mensen mij nog minder dan ik zelf al zie, en waarom krijg ik daar dan de schuld van. Waarom gaat iedereen weg en als je eigen ouders je niet meer graag zien, wil dat dan zeggen dat je echt alleen maar stom bent. iedereen gaat weg iedereen vindt dat t waar is alles is altijd verkeerd en het is mijn schuld


ina lieve ina wou jij echt blijven of kan jij dat gewoon niet, mensen pijn doen - ben jij daar te lief voor

is het echt allemaal mijn schuld, doe ik echt zo vervelend ik weet het zelf niet meer

wat moet ik doen en wat deed ik fout

Ik denk dat ik niet weet hoe de wereld werkt. Ik denk dat ik mijn plek hier niet vind, misschien zijn er zoveel regels waarvan ik gewoon niet weet dat ze er zijn, onuitgesproken afspraken die ik gemist heb. Er is niets dat ik nog snap. Hoort dat zo, bij groot worden, of ben ik nu echt te moeilijk aan het doen? Gaat iedereen hierdoor - plots weet ik waarom het zelfmoordcijfer zo hoog is in ons land.


Nee, dat wou ik niet schrijven. Dat maakt mij bang.

Waarom kan alles nooit eens vanzelf gaan, waarom moet er altijd iets zijn dat roet in het eten gooit. Ik begrijp mezelf niet meer, ik weet niet meer waar ik nog bij wil horen en wat ik überhaupt nog wil. Ik geraak er steeds meer van overtuigd dat het toch aan mezelf ligt, dat het onmogelijk is van mij te houden. Misschien is dat echt zo. Misschien zijn er echt mensen die voorbestemd zijn alleen te blijven, omdat ze te moeilijk zijn, omdat de wereld met hen teveel geduld moet hebben.


Misschien klopt hier allemaal niets van en is de hele wereld maar een zootje ongeregeld dat ook niet weet waarheen.

Misschien zijn anderen veel beter in doen alsof.

Waarom kan ik nooit mijzelf begrijpen.

Hoe komt dat, dat dat bij anderen vanzelf gaat. Vrienden, vriendjes, uitgaan, populair zijn (of toch geliefd), gelukkig zijn, niet uit de boot vallen, weten wat te zeggen, weten wat te doen. Jouw zelfvertrouwen is nul, zegt Broer. Je bent arrogant, zegt mama.

Wat is het nu.

Wie ben ik nu.

0 reacties:

 
design by suckmylolly.com