maandag 1 juni 2009

007

donderdag 24 februari Jaar 1

Het is heel gemakkelijk cijfers achter te houden voor je ouders. Niet als je ze moet laten tekenen, natuurlijk, maar wel als dat niet moet. Zus leerde mij het systeem en hoe ouder ik werd, hoe vaker ik het toepaste. Cijfers die lager waren dan een zeven en een half (hoewel ik ook af en toe een zeven liet vallen - het moet realistisch blijven en daar word je sterk van), daar hield ik mijn mond over. Voor de volgende overhoring leerde ik dan nog wat harder en rekende uit welk punt ik thuis moest vertellen. Je kan niet zeggen dat je een negen hebt als op je rapport op het einde van de maand een zeven en een half staat, daar moet je wat in zoeken. Ik zweeg dus over mijn zevens en maakte van mijn negens een acht, of van mijn tienen een negen. Af en toe maar, alleen als ik een mindere overhoring had gehad (en zo heel vaak kwam dat niet voor). Het bespaarde me vervelende gesprekken en teleurgestelde gezichten aan de eettafel. Daar had ik wel wat voor over en mijn ouders hebben het nooit doorgehad.

Mijn partieel examen wiskunde was dus al goed verpest toen ik er nog aan moest beginnen. Uiteraard maakten wij elkaar als eerstejaartjes ook behoorlijk zenuwachtig. Er gingen geruchten de ronde over aartsmoeilijke vragen, veel te weinig tijd en niet-geziene leerstof. Hogerejaars vinden het heerlijk de kleintjes bang te maken.

Twee weken voor het examen besloot ook onze leerkracht wiskunde ons nog wat goede raad te geven. Hij gaf ons een studieplanning, waar op stond wanneer we wat moesten leren. Die studieplanning, daar heb ik me twee dagen aan gehouden. Toen gooide ik het door elkaar en deed gewoon mijn eigen zin, zoals ik dat nu eenmaal graag doe. Meneer Wiskunde zei ook nog dat we zeker al onze oefeningen moesten hermaken en onze definities héél goed moesten leren. Definities, dat was voor alle eerstejaars iets nieuws en het anderhalve blad leek zo onmogelijk veel dat de moed me al meteen in de schoenen zonk. Maar je went eraan, zoals je aan bijna alles went. Na een tijd doe je een heleboel dingen tóch, ook al denk je dat ze niet voor jou zijn weggelegd, omdat het moet of omdat je een avontuurlijk persoon bent. Ik leerde dus mijn wiskunde. Omdat het moest. Ik leerde veel, grondig en misschien ook wel een klein beetje panisch. Broer lachte me uit, zei dat niemand zoveel leerde voor een partieel examen, maar Broer had niets te zeggen, want hij kwam zelf om in het schoolwerk dat hij niet maakte. Zus zei niets, maar Zus hield dan ook absoluut niet van wiskunde. Ze had genoeg aan dat van haarzelf.

Een dag voor het examen, was ik er zeker van dat ik mijn leerstof kende. Natuurlijk kende ik mijn leerstof, ik had hem ondertussen wel goed genoeg geleerd, maar dat was niet genoeg. 's Nachts schoot ik wakker, totaal in paniek, ervan overtuigd dat ik vast de helft van mijn cursus was vergeten leren, of dat de leerkracht dingen zou vragen die we niet gezien hadden, of dat de toezichthoudende leerkracht me zou verdenken van spieken. Ik spiekte niet (natuurlijk niet, punten achterhouden is het spannendste wat ik ooit gedaan heb in die zes jaar middelbare school), maar als ze dat nog maar dachten, was dat even erg. Spiekende leerlingen kregen nul. Ik kon geen nul krijgen op een examen wiskunde!

Woelend en draaiend maakte ik mezelf zenuwachtig, vroeg me af hoe ik de volgende dag ooit zou overleven en hoe dat moest, als je een buis had op dit examen. Zou je dan meteen van richting moeten veranderen? Ik wou niet weg in mijn klas. Broer had me dat kunnen vertellen, maar die sliep en ik had nog net genoeg gezond verstand om te bedenken dat je je oudere broer niet uit zijn bed haalt om hem te vragen wat er gebeurt als mensen denken dat je spiekt, maar je dat niet doet. En of hij de andere klassen van het eerste jaar soms kende. Zo'n dingen doe je niet, dus probeerde ik tevergeefs nog wat te slapen en lag met bonkend hart te wachten tot het licht werd en - zo dacht ik - mijn laatste uur geslagen had.

"Wat zie jij er slecht uit", zei Ina toen ze me zag. Ik glimlachte. "Goeiemorgen." Zelfs Ina zag er zenuwachtig uit. Ina was niet zenuwachtig, dat bestond niet. Ik keek nog eens goed. Ze zag wat bleek, ja en ze tokkelde met een vinger van haar rechterhand op haar stuur. Ik vroeg niet of ze bang was voor het examen. Als ze ja gezegd had, zou ik er van overtuigd geweest zijn dat als zélfs Ina bang was, ik dat examen net zo goed niet kon afleggen. We kwamen op school, waar groepjes eerstes samentroepten rond uitgeprinte samenvattingen en elkaar opjutten, verkondigden hoeveel uren ze wel niet geleerd hadden de dag ervoor en hoeveel oefeningen ze wel niet allemaal juist hadden gehad. Nu lijkt dat belachelijk, toen was een juiste oefening tijdens het leren een houvast. Toen waren we er nog van overtuigd dat "Maar mama, tijdens het leren had ik ál mijn oefeningen juist!" een goed excuus was om mee thuis te komen.

Ina, Emmeline, Lily en ik stonden wat apart, op ons eigen plekje. Ik keek mijn definities na, Ina babbelde tegen Emmeline en Lily zei niet veel. Lily zei 's morgens nooit veel, ze stond maar wat te slapen en te geeuwen.

"Lieve kindjes", mompelde ze vermoeid toen de bel bijna ging gaan, "doe toch eens normaal. Ann, als je het nu niet kunt, ga je het nooit kunnen", (ik stopte betrapt mijn papieren weg) "Ina, word eens kalm." Ina's zenuwachtige gekwetter viel stil. Ik haalde mijn pennenzak en rekentoestel uit mijn boekentas - en de bel ging. "Succes", zei Lily nog. Emmeline was zo mogelijk nog zenuwachtiger dan ik, maar zij zat in een ander lokaal, dus ging een andere kant uit dan Ina en ik. We gingen bij onze klas staan en ik begon zenuwachtig van de ene voet op de andere te wippen. "Ann, alsjeblieft", kreunde Ina bij het drieëndertigste sprongetje, "je maakte me zenuwachtig. Houd op. Je gaat dat goed doen. Je hebt waarschijnlijk meer geleerd dan ons allemaal samen. Ann!" Ik maakte een gefrustreerd geluid, hield op met springen en sloeg mijn armen over elkaar. Nukkig mompelde ik: "Ik ben zenuwachtig." Het kwam er meer jammerend dan nukkig uit, eigenlijk.

"Dat merkte ik", mompelde Ina, "maar Ann, je gaat dat écht wel kunnen. Je hebt alle leerstof ongeveer drie keer geleerd." Ze klonk vermoeid en schuldbewust begon ik naar mijn tenen te staren. Het was niet de bedoeling dat ik Ina zenuwachtig ging maken. We waren allebei opgelucht toen we eindelijk de grote studiezaal in mochten.

De studiezaal zat stampvol. "Bank tussenlaten", zei een toezichthebbende leerkracht toen ik langs hem liep en ik schrok me ongeluk. Er moesten vijf à zes klassen eerstes in de studie, samen met andere jaren bij wie een uur weggevallen was wegens 'afwezigheid van de leerkracht', zoals ze dat bij ons op school zo mooi verwoordden.

"Begin maar een nieuwe rij", zei dezelfde leerkracht tegen mij en ik ging tussen de volgende rij banken lopen. Even voelde ik me een massamoordenaar in een gevangenis. Dat ik naast een derdejaar terechtkwam, maakte de zaak er zeker niet beter op. De onschuldige jongen in kwestie, keek even vluchtig op van zijn cursus Chemie en wendde zich toen weer af. Met één blik op zijn bladzijde sloeg de schrik me om het hart en ik overwoog serieus op mijn examen te buizen en voor altijd eerstejaar te blijven.

Het gevreesde examen in kwestie was moeilijk. Keimoeilijk, zei ik later, maar dat zou door heel wat klasgenoten ontkracht worden. Er werden heel veel vragen gesteld van de kangoeroewedstrijd en meer wiskunde-bolleboos-toestanden. Dat vond ik niet eerlijk, omdat dat ongeziene leerstof was en je aan zo'n wedstrijd strikt genomen vrijwillig deelneemt. Bovendien had je daar wiskundig inzicht voor nodig, en dat had ik niet.

Geïrriteerd schrapte ik een antwoord op een vraag voor de derde keer en voelde hoe ik langzaam in paniek begon te geraken. Hoe ging ik dat thuis uitleggen, dat ik niet genoeg tijd had gehad, dat het allemaal verkeerd was, dat ik slecht was in wiskunde? Ik legde mijn potlood even neer en deed mijn best rustig te ademen. Altijd blijven ademen, Anneke. Ik hoorde het Broer zo zeggen, op zijn typische manier. Het hielp niet. Wanhopig nam ik mijn potlood weer op. Hoe ging ik dit nu oplossen? 'Was er maar een wiskundegod', dacht ik vertwijfeld, 'dan kan je tenminste nog iemand de schuld geven.' Die gedachte sloeg nergens op (in geval van twijfel is het altijd de leerkracht geweest), maar echt helder dacht ik op dat moment ook niet na.

En dan plots de derdejaar die zijn blad omsloeg, waardoor de achterkant van het gelijnde papier heel even op mijn kant van de bank terecht kwam. 'Antwoord C', stond er in kribbelig jongenshandschrift geschreven en hij begon het meteen weer uit te gommen. En toen zag zelfs ik, de absoluut wiskundig-inzicht-loze ik, de redenering die ik bij die vraag moest toepassen. Misschien bestaat die wiskundegod dan toch, dacht ik. En voegde er lacherig aan toe: misschien zit hij wel naast me, maar dat waren gedachten die ik niet meende, natuurlijk.

Ik, het naïeve eerstejaartje, wou de jongen met zijn chemie-cursus, neergekribbeld in een Atoma-schrift, fluisterend bedanken en had uiteraard absoluut niet nagedacht aan de consequenties. (Het was wel ironisch geweest als ik nu evengoed een nul op mijn examen had gehad, natuurlijk) Gelukkig was de derdejaar iets wijzer - misschien komt dat dan toch met de jaren - en hij gaf me een harde schop tegen mijn enkel om me te vertellen dat fluisteren niet de bedoeling was tijdens een examen. Beschaamd boog ik me over de volgende vraag, die me wonderwel lukte.

Na het examen kon ik de jongen bedanken, maar toen ik dat wou doen, had hij zijn tas al gepakt en was hij weg. Zijn schrift was hij vergeten. Ik fronste, want ik was nog steeds niet gewend aan de vaardigheid die hogerejaars ontwikkeld hadden: zo snel mogelijk je tas maken en buitengaan eens de bel zich had laten horen. Ik haalde mijn schouders op en liep naar Ina, om te vertellen hoe moeilijk ik het examen vond. En over mijn redder in nood. Zijn schrift durfde ik niet te laten liggen (dan kreeg hij het waarschijnlijk niet meer terug) en dus nam ik het mee, stopte het in mijn rugzak met de bedoeling het hem op één of andere manier terug te bezorgen. De gedachte alleen al joeg me toen de stuipen op het lijf, maar dat waren zorgen voor later.

0 reacties:

 
design by suckmylolly.com