maandag 1 juni 2009

016

maandag 15 maart Jaar 1

Die koude vrijdagmiddag, op het houten bankje met Ina, voor de ogen van de toezichthouder en met onze rug naar de klaslokalen waar we een kwartier later onze middag zouden moeten doorbrengen, had mij duidelijk moeten worden dat Iemand voor mij onbereikbaar was. Onbekend terrein. Een mijnenveld, zo je wil, en vooral veel te ver weg. Hoopte ik echt dat ik hem zou opvallen als meer dan het zusje-van een een soort-vriendin? Ja. Dacht ik dat dat zou kunnen. Bwa. Dat hing er al vanaf in wat voor bui ik was.

Het logische zou zijn dat ik dat allemaal niet geloofde. Ik, met mijn enorme afkraaktalent, die in alles zo goed het negatieve kon zien en afhaakte bij dingen waar anderen van gingen zingen. Het zou logisch geweest zijn had ik niet in liefde geloofd. (Dan had ik tenminste nog kunnen zeggen dat Iemand dat veranderd had, dat klinkt nog romantisch ook) En eerlijk gezegd had dat dingen ook wel veel gemakkelijker gemaakt, maar het was nu niet zo. Ik was tot over mijn oren verliefd op Iemand en meende bijgevolg dat de wereld aan mijn voeten lag - of toch die van hem.

Het is een beetje zoals bij een slechte film. Op voorhand denk je 'oh, interessant plot, waarom niet', en je koopt enthousiast kaartjes, een beker popcorn (als je dat lust), en misschien iets om te drinken - want ik weet niet of je dat al gemerkt hebt, maar van popcorn krijg je dorst. De eerste zin van de film is al meteen fout, maar ja, na de eerste zin geef je nog niet op, dus je blijft zitten en wacht tot het beter wordt. De tweede zin is nog erger. In feite gaat het in het hele eerste deel alleen maar begaf: verkeerde dialogen, slechte acteurs, stomme clichés en misverstanden die een driejarige nog zou opmerken. Maar je gaat niet weg in de pauze. Nee, je blijft zitten, want je gelooft graag dat je meelevend bent en dingen een kans geeft. Dus je kijkt met gekromde tegen de hele film uit, ook al ben je tegen de aftiteling zo gestresst als een konijn en vraag je je af waarom je jezelf dit aangedaan hebt. Want het werd niet beter - en dat had je kunnen zien aankomen.

Het wordt niet beter. Nooit. En dan heb ik het niet alleen over de film. Ik heb geleerd dat, wanneer dingen vanaf de eerste zin fout zijn, het er meestal ook niet beter op wordt. Zus vindt dat bullshit, ik vind dat waar. Misschien heeft het er voor een deel mee te maken dat ik ondertussen ook gewoon na de eerste zin opgeef als het daar al fout gaat, maar toch zit er een kern van waarheid in. Volgens mij. Af en toe heeft het geen zin om te wachten op iets beters. Je kan niet dingen achter de hand blijven houden - af en toe moet je loslaten en op zoek gaan naar dingen die wel voldoen aan wat je zocht.

Ooit had ik een leraar Engels die ons vroeg een opstel te schrijven. In het derde of het vierde middelbaar zal dat geweest zijn, ik zou het moeten opzoeken. Over hoe je tegenover de wereld stond, en meer van die onzin. Ik was zo'n meisje dat altijd het beste van zichzelf gaf op de schoolbanken, al was het maar om een wit voetje te halen bij haar leerkrachten, want ook al zou ik dat nooit toegeven, ik was graag geliefd. Wat hielp dat we het tijdens onze allereerste les Engels moesten schrijven, ik de leerkracht niet kende en hij mij nog minder. Op zo'n moment vallen veel remmingen weg en schrijf je gewoon wat je wil schrijven. Ik schreef (min of meer waarheidsgetrouw vertaald) het volgende:

Ik snap de wereld niet, en de mensen die erin leven nog minder. Echt niet.
Misschien is dat raar, wanneer een vijftienjarige dat schrijft. Of misschien net niet ('och meisje, jij hebt nog zoveel te leren, maak jezelf nog niet te veel wijs etc.'), maar toch. Af en toe zou ik willen dat ik net zoals veel van mijn klasgenoten gewoon kon doen waar ik zin in had, zonder een eeuwig schuldgevoel (als ik een dag te lang achter de computer zit ben ik al bang dat ik absoluut nooit iets zal betekenen voor de wereld). Weet u, als klein meisje dacht ik altijd dat de wereld een groot spel was. Je groeide op, werd verliefd, trouwde, kreeg kinderen en ging dood. In die volgorde. En alles ging vanzelf en alles gebeurde. Gewoon. Naar mijn mening kon je op je achtennegentigste nog in rode regenlaarsjes in de regen huppelen, geen haan die daar naar kraaide.
Maar het is niet zo. Het leven is zo simpel niet, en de wereld nog veel minder.
Eigenlijk is het heel ontmoedigend om op te groeien. Overal om je heen zie je mensen dingen doen waarvan ze weten dat het niet goedkomt, terwijl ze het toch proberen. Overal zie je mensen gedesillusioneerd worden. Misschien ligt dat aan mij, thuis werd mij als klein meisje al verboden naar het nieuws te kijken - ik werd er te emotioneel van - maar toch. Soms vraag ik me af waarom mensen nog blijven proberen. Soms.
Soms geloof ik ook gewoon overal in, maar meestal vind ik het alleen maar heel moeilijk om te snappen wanneer wat moet, en hoe en waarom. Misschien moest ik hier eigenlijk schrijven dat ik geloof in alle ontwikkelingswerken en mij in wil zetten voor een betere wereld en zo (aangezien u ook godsdienst geeft) en dat is wel zo hoor. Ik bedoel, over het algemeen valt het waarschijnlijk allemaal nog mee en over het algemeen ben ik ook een heel gelukkig meisje. Maar het is zoals bij de meeste dingen: als je erover gaat nadenken, gaat het mis.


Mijn leerkracht vond het schokkend dat een bijna-vijftienjarige al zo ontmoedigd kon zijn. En dat ik een veel te negatief wereldbeeld had, dat ik helemaal niet realistisch naar de mensen om me heen keek. Ik noemde hem naïef, maar wel wanneer hij het niet kon horen.

0 reacties:

 
design by suckmylolly.com