donderdag 29 mei 2008

|0080

At the beginning with you.

Iemand begint de zesde juni met zijn examens. Dat is volgende week vrijdag. Ik begin de tiende pas en bijgevolg is hij al veel drukker bezig dan ik, waardoor ik dan weer een immens schuldgevoel heb - want ik leer vast niet voldoende - en hij een beetje prikkelbaar is. Een beetje veel, eigenlijk. "Daar is maar één remedie voor", zegt Ina wijs. Ik verwacht de meest geweldige tip die me iemand mij de afgelopen drie jaar gegeven heeft, maar in plaats daarvan zegt ze:

"Disneymuziek luisteren en als je dan toch bij elkaar bent, samen woordjes blokken." Of iets anders. Wiskundebewijzen, bijvoorbeeld. Of Engelse grammatica, die niet eens moeilijk is. Of Franse, die toch niet zo simpel is. Of jaartallen, een van die vele hatelijke onderdelen bij geschiedenis. Zie je wel, ik ben slecht bezig. Ik heb al nul van mijn vijf Franse teksten samengevat (dat heet ontwijken - ik durf het niet), nog maar driehonderdnegentig van de duizendhonderd Latijnse woordjes geleerd, nog maar twee bladzijden godsdiensten geleerd en nog geen chemie, wat ik deze week gepland had.

En al drieëntwintig vd achtentwintig lessen geschiedenis. En vier stukken Latijnse grammatica. En engelse voc. En sommige Franse vervoegingen, en mijn uitspraak, voor het mondeling. En al twee stukjes wiskunde, that is.

Te weinig dus, ik zeg het u.

zondag 25 mei 2008

|0079

Holding out for a hero.

"Maar Anneke toch, je hebt dat góéd gedaan!" roept hij vertwijfeld als ik hem bel tijdens de pauze, volledig in tranen. Ik zeg hem niet dat ik al drie kwartier zo rondloopt, maar hij komt toch. Het is grappig, een jongen tussen al die meisjes in de kleedkamer, die geschrokken gillen en hem weg proberen kijken. Ik duw hem voor me uit naar buiten, met als excuus dat ik toch pas terug hoef te zijn voor de slotdans. Hij kijkt één tel naar mijn gezicht (rood en vlekkerig) en mijn ogen (waterig en opgezwollen), neemt me dan bij mijn schouders en duwt me de trap af.

"Ik heb er helemaal niets van gezien", zegt hij bijna verwijtend, "en jij neemt dat jezelf kwalijk. Ik wed dat je al vanaf je van het podium kwam over je toeren bent." Ik wil zeggen dat ik dat niet ben, maar een leerkracht vraagt bezorgd wat er is en ik begin bijna hysterisch te snikken. "Ze heeft een fout gemaakt", legt Iemand uit en de leerkracht doet kijkt geschokt. "Zijt gij nu helemaal gek geworden! Das toch nie erg zeker!"

"Jawel", probeer ik snikkend uit te leggen, "het was wél erg! Het was een grote fout!" Iemand vraagt slim of mijn choreografes het erg vonden. Ik denk aan hun geschokte gezichten. 'Maar Ann, iedereen maakt toch fouten!' Verslagen schud ik mijn hoofd. Iedereen mag dat, ik niet. Hij klemt me tegen zich aan en geeft me een kus bovenop mijn hoofd. "Je had gewoon heel even een solo", zegt hij zacht, "dat is toch fijn?"

Ik wil hem wel zeggen dat het niet helpt, maar na onze vier hele tellen durende buiging in de slotdans, is het wel híj die rechtstaand staat te klappen en daarna de hele sporthal door sleept om aan iedereen te vertellen hoe goed het wel niet was.

|0O78

Absolutely everybody.

(Geschreven op donderdag.)
"
Je komt toch zeker wel kijken?" vraag ik Iemand en wiebel met mijn voeten. Het is woensdagmiddag, iets na de vieren en we zitten op de rugleuning van een bank te wachten tot Ina haar fiets eindelijk gevonden heeft. Onze extra Skairo-repetitie (zaterdag hebben we de dansvoorstelling & op de opendeurdag mogen we dan nog eens dansen) zit er al een tijdje op, maar wij blijven hangen, zoals gewoonlijk. Wat Iemand daar doet? Die had een inhaaloverhoring en is twee uur op ons blijven wachten. Aww.

"Kijken?" vraagt hij en ik bliksem hem halfdood. "Já. Naar de voorstelling? Misschien? Zo een beetje?" En hij grinnikt, waaruit ik afleid dat hij dat wist. "Zijn er nog kaarten, denk je?" En ik kijk opnieuw boos, want de kaarten zijn bijna uitverkocht. "Dan kom je toch niet", mompel ik teleurgesteld, spring van de bank en loop naar mijn fiets. Ik had het ook vroeger moeten vragen. "Welke kleur hebben die kaarten?" vraagt hij plots als we wegrijden. "Roze", antwoordt Ina in mijn plaats. "Ah", zegt hij nadenkend, "dus die van 't secretariaat ziet mij níet aan voor rozefanaat, maar gaf gewoon kaarten. Ook goed."

Soms kan ik hem liefdevol wurgen.
(Maar na de voorstelling dan.)

woensdag 21 mei 2008

|0077

Upside down.

"Ik ga dit nooit nooit nooit kunnen", zeg ik voor de zevende keer in twee minuten tegen Ina, die met haar ogen rolt. "Jawel, je kan dat wel", zegt ze streng en staat demonstratief op, want het is haar beurt. Ze loopt naar voren, doet vlot haar verhaal en komt terug met een blik die duidelijk: 'Zie je wel'? betekent. "Ja, jíj kan dat", mopper ik, "spreekoefeningen zijn voor jou een godsgeschenk." Vaak slaat ze er maar gewoon wat uit en krijgt nog het maximum van de punten.

En dat moet je kunnen.

Ik overweeg om gewoon op mijn plaats te blijven zitten als het mijn beurt is, maar ik sta toch op en loop, trillend op mijn benen, naar voren. 'Ik haat je', sein ik naar Ina, die bemoedigend knikt. En dan een klopje op de deur. Iemand komt binnen en kijkt verbaasd als hij mij voor de klas ziet staan. We weten allebei hoe graag ik dat doe. "Sst", zegt mevrouw Nederlands met flapperende armen, "wacht tot ze gedaan heeft!" Hij knipoogt en ik mompel iets over jongens die niet in het lokaal naast je moet zitten. En ik doe mijn verhaal - met verspreking en verloren draden enal.

"Hoezo slecht? Je hebt dat góéd gedaan!" roept Ina terwijl hij vraagt of ze de overhead projector mogen gebruiken. Dat mogen ze. "Je deed dat goed zenne", mompelt hij als hij langs me loopt en ik moet zowaar glimlachen. Misschien een beetje dan.

zaterdag 17 mei 2008

|0076

Little more time.

Communicatie bij ons op school - nee, dat lijkt nergens naar. Klagend vertel ik Iemand over ons verschrikkelijke examenrooster, waarbij ons Frans mondeling en geschiedenis op dezelfde dag staan en fysica alleen. Fysica stelt niets voor. Dat vertel ik hem en vervloek de Directie en alles wat erop lijkt. En hij lacht alleen maar. "Je moet daar niet mee lachen", mok ik, "als ik nu buis op één van die twee examens hé, weet je wat er dan gebeurt?" Hij schudt het hoofd.

"Dan zal ik er op het einde van het jaar niet door zijn, moeten zakken van richting en dan zullen ze me thuis haten en buitengooien en dan zal jij mij vergeten en dan zal ik helemaal alleen op straat moeten gaan leven tussen de duiven en de ratten, misschien nog niet eens met duiven, en dan heb ik geen huis, geen diploma, geen vrienden of vriendje en dan ben ik helemaal alleen en een mislukkeling en dus verloren." Ik haal diep adem om verdergaan, om uit te leggen hoe ik dan uiteindelijk zal eindigen als een vrijgelaten regenworm, maar hij legt zijn hand over mijn mond, zwiert me in het rond en knuffelt me.
"Sinds wanneer plaats jij duiven vóór mij?"

maandag 12 mei 2008

|0075

Hold on.

"Ik heb een boek waarvan ik denk dat je het graag zal lezen", zegt Iemand triomfantelijk, alsof hij net een wereldkampioen verslagen heeft. Ik trek mijn wenkbrauwen op. Iemand vindt er plezier in mij boeken toe te schuiven, en nog meer als ze me bevallen. "Zeg het eens." We liggen in het gras bij hem thuis, ik al schrijvend, hij zijn biologie herhalend. "Het is een cadeautje", zegt hij dan en steekt me een pakje toe. Het is ingepakt met groen papier en een paarse strik. "Waarom?" vraag ik verbouwereerd. "Zal je wel zien", zegt hij raadselachtig en leunt op zijn ellebogen terwijl ik het papier zorgvuldig losmaak. Ik haat het als mensen het papier er zomaar afscheuren.

This is all. The pillow book of Cordelia Kenn. Meer dan 800 pagina's in het Engels. Ik kijk hem aan alsof hij gek is geworden. Hij grijnst breed en geeft me een kus op mijn neus alvorens te zeggen dat ik dat heus wel kan. "Niet. Je bent gek." Ik blader door het boek en bekijk de postkaart die eruit valt. 'Omdat jij maar niet kan stoppen met zeuren over hoe nutteloos je Engels vindt in de middelbare school. En omdat je heel heel lief bent. x.'

"Idioot", mompel ik en sla mijn armen om hem heen.

donderdag 8 mei 2008

|0074

Orpheus.

Over de middag hangen we met zes (Ina, Iemand, E. & L., Ik en een vriend van Iemand) languit op het grasveld. Iemand bekogelt me met grassprietjes, terwijl ik hetzelfde doe met boterbloempjes. Dat zegt veel over ons, neem ik aan. Ina geeuwt luidruchtig en stroopt haar broekspijpen op omdat ze wil dat haar benen bruinen. E. en L. liggen denk ik te slapen. De zon schijnt vriendelijk op ons neer en naast ons zit een groepje zesdejaars-jongens luidruchtig te kaarten.

"Het is veel, véél te mooi weer om naar school te gaan", zegt Iemand slaperig als we onze oorlog opgegeven hebben en ik met mijn hoofd op zijn boekentas lig. "Niet waar", onderbreek ik hem traag en kijk naar de helderblauwe hemel. "Niet waar", herhaal ik, "want als we niet naar school zouden gaan, zouden we dit niet hebben. Kan jij iets fijners bedenken dan over de middag met ons zessen languit in het gras te hangen?" Het groepje zesdes heeft me gehoord en begint dingen op te sommen, maar ik heb geen behoefte aan 'pinten pakken'. "En trouwens", laat ik er nog op volgen, "jouw boekentas ligt fijn." Waarmee ik eigenlijk wil zeggen: Nu zie ik je tenminste elke dag. En: ik zie je gráág.

En daar hebben zélfs de zesdes niet van terug.

dinsdag 6 mei 2008

|0073

Suddenly I see.

"Goeiemorgen!" Doodenthousiast komt Ina naar me toe rennen. Ik glimlach en beantwoord haar begroeting. In elk geval vergeet zij niet dat het week van de Goeiedag is. Ik vertel dat aan Iemand, een beetje op bestraffende toon, want hij gaf alleen maar een kort knikje, alvorens te zeggen dat hij eerst naar de leraarskamer moest want enzovoorts. Hij vraagt of ik nu subtiele hints aan het geven ben en daar moet ik even over nadenken. "Ja", zeg ik uiteindelijk. Hij glimlacht en schokschoudert. Jongens.

O
m vijf na vier rijden Ina en ik samen naar huis. Iemand heeft één of andere vergadering of iets dergelijks en blijft dus langer. Als we langs de zijkant van de school fietsen, zie ik plots een jongen in een beige T-shirt uit het raam hangen. "GOEIEMIDDAG ANNEKE!!" Schreeuwt hij en zwaait met zijn beide armen. En heel even vergeet ik hoe erg ik die bijnaam haat en kan ik alleen maar heel hard lachen en terugzwaaien.

Jongens...

vrijdag 2 mei 2008

|0072

Vrienden van het eerste uur.

Iemand heeft ruzie. Met zijn ouders, zegt hij, maar ik denk dat het zo'n ruzie is die je met de hele wereld voert. Zo dus ook met mij. Hoewel hij mij zelf gebeld heeft, is hij kregelig aan de telefoon en probeert door zo weinig mogelijk te zeggen, toch zoveel mogelijk te zeuren. "Maar wat ís er dan?" vraag ik hem en hij steekt kwaad een verhaal af over de oneerlijkheid en de saaiheid. "En het is hier beginnen regenen ook", foetert hij en ik zie hem al uit het raam staan kijken, vloekend op de arme weergod, die er ook niets mee te maken heeft.

Ik aarzel en zeg dan, slechts gedeeltelijk enthousiast: "Zal ik naar je toe komen?" Hij is een tijdje stil. "Bwa." Ik rol met mijn ogen en voeg eraan toe: "Als ik nu op de trein spring, ben ik over drie kwartier bij je." In gedachten zeg ik ook nog 'zodat ik je eens goed door elkaar kan schudden', maar dat zeg ik niet. "Hoe weet jij dat nu weer", klinkt het nukkig en met opeengeklemde kiezen zeg ik: "Dat heb ik gisteren opgezochten, omdat ik je miste." Heel even wordt hij daar toch wel stil van. "Wel?" Hij gaat overstag, al is het niet van harte. "Het is wel al gestopt met regenen", zegt hij nog, een beetje vergoelijkend.

donderdag 1 mei 2008

|0071

Another suitcase in another hall.

Om kwart voor één 's nachts, omdat je niet kan slapen en aan de overkant nog licht brandt. Als je voor het raam staat met de pen die je zocht in je hand en je afvraagt wat het zo anders maakt. Als je de ramen aan de overkant plots zo gezellig vindt lijken en wil weten hoe dat komt. Als een auto plots veel grotere koplampen lijkt te hebben. Als je niet anders kan dan je afvragen wat hij nu denkt. Als je beseft wat de gemeentemensen deze ochtend aan het doen waren toen ze op smalle ladders in de bomen bengelden.

Zonder straatverlichting is onze straat zoveel mooier.

 
design by suckmylolly.com