maandag 1 juni 2009

022

Deel III
Why are people always leaving-
I think you and I should stay the same

maandag 31 maart Jaar 1
November

Ik heb een leraar geschiedenis gekend die beweerde dat mensen nooit door zichzelf veranderden. Dat dat alleen maar gebeurde door de situaties om hen heen, dat wij eigenlijk allemaal grote blokken klei zijn, gevormd en gepolijst door de dingen die we tegenkomen. Die leraar is waarschijnlijk de beste leerkracht geschiedenis die ik ooit zal hebben, maar ik ben er nog steeds niet over uit wat ik van zijn theorie vind. Het was de enige leerkracht met wie ik kon discussiëren zonder een irritant kind gevonden te worden. De enige die mij aanmoedigde, de enige die zei dat hij wilde dat zijn leerlingen kritisch waren en het ook echt meenden. De enige die geen momenten inlaste in zijn lessen waarop je mocht nadenken, maar je verplichtte dat vijftig minuten aan een stuk te doen. De enige die ook van zijn leerlingen wilde leren.
Ik heb een vriendin die beweert dat mensen alleen maar veranderen omdat ze zo erg gekwetst zijn dat ze wel moeten. Ze is een genie, maar ik weet niet goed wat ik daarvan denk. Ik weet vooral dat de wereld daar niet van houdt, van veranderingen. Dat we allemaal maar moeten blijven zoals we zijn, want dat we anders niet meer in het systeem passen, alles uit elkaar valt.

In november begon mijn wereld te veranderen. Zich uit te breiden en te versmallen, me uit te spuwen en op te eten, allemaal op hetzelfde moment. Ik ging naar mijn eerste fuif, omdat onze klas dat zo georganiseerd had, en Ina en ik waren de enige die geen alcohol dronken. "Je moet wel dansen hé, Ann", zei een klasgenoot halverwege de avond (ik had een beetje ongemakkelijk om me heen staan kijken), waarna ik hem geschrokken aankeek en Ina smeekte om naar huis te gaan. We bleven. Als Ina zegt dat iets goed is, is het dat ook. Hoe zatter iedereen werd, hoe minder zorgen ik me hoefde te maken over wat ze zich morgen nog zouden herinneren. Kon ik maar anoniem leven.

"Ik ben moe", klaagde ik de volgende dag tegen Ina en trippelde achter haar aan onze refter door. We waren pas laat uit de klas gemogen, met als gevolg dat het een helse klus was een leeg tafeltje te vinden. "Iedereen is moe", antwoordde Ina afwezig en zette haar brooddoos neer op een tafel voor acht waar al twee jongens uit de zesdes zaten. "Wat zijn we filosofisch", mompelde ik, keek kort naar de jongens en vroeg me uit gewoonte af of ze Iemand kenden. En daarna of ze me zouden uitlachen. De jongen met vuilblond haar en een bril keek me een fractie te lang aan en mompelde toen iets tegen zijn vriend. "Ze roddelen over ons", zei ik lichtelijk paniekerig tegen Ina en knikte zo subtiel mogelijk naar de jongens aan onze tafel. "Ann, je hebt de subtiliteit van een bulldozer", reageerde ze, en daarna: "en je hebt gisteren zelfs staan dansen, ik zou toch denken dat je ondertussen de hele wereld aankunt."

"Het probleem is niet de wereld", antwoordde ik prompt, "het probleem is alles wat daarbij komt kijken." Daar was ze eventjes stil van. Ik wierp nog een korte blik om de jongen met het vuilblonde haar, die boos terugstaarde en besloot dat ik niet echt honger had. "Je moet eten, Ann", zei Ina zonder op te kijken toen ik aanstalten maakte om het deksel weer op mijn brooddoos te zetten. Het probleem is dat anderen altijd alles snappen en ik blijkbaar niet.

Zus had een nieuw vriendje (alweer), maar deze keer was het anders, beweerde ze. Deze keer was het niet meer kinderachtig, deze keer was het echt. Zus zat, net als Iemand en net als Lily (die haar jaar nog eens overdeed), in haar laatste jaar, dus Zus had, net zoals Iemand en Lily heel erg veel schoolwerk. "Zorg maar dat je punten goed blijven", was alles wat papa zei toen Zus verkondigde dat dit haar ware liefde was. Broer rolde met zijn ogen. "Wat weet jij daar nu van", blies Zus, "jij weet niet eens wat dat is, liefde." Broer grinnikte en ik bekeek hem met haviksogen. Broer had in zijn (ondertussen anderhalf) jaar aan de universiteit nog nooit iets gezegd over een lief, en ik vond dat dat zo onderhand toch wel tijd begon te worden. "Ik geloof niet in ware liefde", was alles wat hij er verder over zei. Even viel er een stilte aan tafel, want wat doe je als een jongen van 19 plots zo'n diepe uitspraken gaat doen? "Ik wel", zei mama, wat ik dan weer superschattig vond. "Emotionele kip", mompelde Broer en gaf me twee vergoelijkende klopjes bovenop mijn hoofd, zoals hij dat bij een kleutertje zou doen. "Pessimist", kaatste ik de bal terug. Hij glimlachte een glimlach die ik nog niet eerder gezien had.

Na mijn huiswerk stuiterde ik vrolijk zijn kamer binnen en ging op zijn bed zitten. Broer zelf had zich met zijn laptop op de grond tegen de radiator genesteld - hij en ik waren allebei grondmensen. "Wat is er?" vroeg hij afwezig. "Met wie praat je?" vroeg ik nieuwsgierig en keek naar Kat, die met haar hoofd om het hoekje van de deur kwam gepiept. "Dag Kat", glimlachte ik en stak mijn hand uit. Ze zat in drie sprongen op mijn schoot. "Met Lucas en met Evelien." Hij zweeg even. "En ook nog met Ina." Ik keek verwonderd. "Met Ina?" Ik wist dat Ina en Broer elkaars e-mailadres hadden (ze hadden ooit elkaar een paar mails gestuurd in verband met een verjaardagscadeau voor mij), maar ik wist niet dat ze ook daadwerkelijk gesprekken voerden. "Ze verveelde zich", mompelde hij afwezig en bleef tokkelen. Kat deed ondertussen pogingen om op mijn hoofd te kruipen.

"Waarom geloof jij niet in ware liefde?" Broer keek kort op, fronste een moment zijn wenkbrauwen en glimlachte toen. "Je wil niet weten waarom ik dat doe", antwoordde hij en tikte iets, "je wil gewoon dat ik zeg dat met jou alles wel goed zal komen en dat er een jongen jou voor de rest van zijn leven heel graag zal zien." Ik haalde mijn schouders op. "Dat is ook goed", glimlachte ik, "je kiest maar." Daar moest Broer om lachen. "Mensen zijn niet gemaakt om eeuwig bij elkaar te blijven", besloot hij uiteindelijk, "daarvoor veranderen we te veel." Ik tilde Kat op en ging zijn kamer uit. Eens op de mijne sms'te ik Ina dat ze tegen Broer moest zeggen dat ware liefde bestond. Er kwam geen antwoord.

Zie je wel, dacht ik. Het is weer de verandering die roet in het eten gooit.

0 reacties:

 
design by suckmylolly.com