maandag 1 juni 2009

014

De avond van vijf december had ik mijn schoen gezet met de gedachte dat de rest van de feestdagen nog vér weg waren - en toen zaten we plots met ons gezin rond de kerstboom. Mijn rapport was goed, ik was ongeveer tevreden (opnieuw had ik exact achtenzeventig procent gehaald op wiskunde) en mijn ouders waren dat nog meer. We zongen geen kerstliedjes op kerstavond, in plaats daarvan zaten Zus en ik wat te kibbelen en sms'te Broer een paar vrienden. Er was familie op bezoek en we zouden zo aan tafel gaan, dus ik hing wat op de sofa toen Kat op mijn schoot sprong. Ik gaf haar een kus tussen haar oren en fluisterde "gelukkig kerstfeest", waarna ze prompt begon te spinnen.

"Ann, we gaan zo aan tafel", mopperde mama, "je rok hangt helemaal vol kattenhaar nu." Het was niet waar, maar dat zei ik niet. In plaats daarvan zette ik Kat op de grond en ging bij mijn familie aan tafel zitten. "En Ann", zei mijn grootmoeder, "krijgen we je rapport ook te zien?" Resultaten zijn belangrijk in onze familie. Altijd geweest.

"Gelukkig nieuwjaar, Ann." Wat zijn jouw ogen donker, dacht ik en rekte mijn hals uit, zodat ik hem drie kussen kon geven. Hij had zijn groeischeut net gehad, ik had een eerder kleine lengte. Half januari begon de school weer. In de tussentijd had ik Iemand niet gezien en nu viel mij plots op dat zijn ogen wel heel donker waren. Bijna zwart. Hij wenste me alle goeds voor het nieuwe jaar en ik knikte, want dat zag ik wel zitten. De eerste schooldag van het nieuwe jaar kregen we zoveel gelukswensen, dat we allemaal geloofden dat het vanaf nu nooit meer fout kon lopen.

Ik wou altijd graag iemand zijn die wist waar ze mee bezig was. Controle was mijn codewoord. "Jij leeft in je hoofd, in plaats van in de echte wereld", verweet Iemand mij ooit. Ik heb hem toen gelijk gegeven. Mensen die wisten wat ze deden, leken mij rustige mensen, die voor elk probleem wel een creatieve oplossing hadden. Als kind is de wereld zo simpel. Op mijn twaalfde, bijna dertiende, bestonden de dagen uit school, huiswerk en al de rest. Ik zette geen vraagtekens bij de wereld, ik vertrouwde erop dat alles goedkwam. Waarschijnlijk hoort dat zo. Kleine meisjes die vadertje & moedertje spelen zie je denken: 'zo wordt het later ook'. Ikzelf dacht altijd dat ik zou trouwen, kindjes krijgen en nog lang en gelukkig leven. Dat dat allemaal vanzelf zou gebeuren en er absoluut geen twijfels aan te pas zouden komen. Maar dingen komen zelden zonder twijfels.

Januari was koud. Februari nog kouder, al was mijn verjaardag een klein lichtpuntje. Een kleintje maar, want eigenlijk verjaar ik niet zo graag. Ik zou het het fijnst vinden moest alles gewoon eindelijk eens hetzelfde blijven, zonder steeds weer te veranderen. Verjaren is weer voorbij en ik houd alles liever gewoon vast. Maar dat jaar was mijn verjaardag dus een lichtpuntje, een onderbreking in een verder eentonige maand. Ondertussen kenden we het systeem van onze school wel.

"Goeiemorgen, Anneke", zei Lily en gaf me drie kussen toen ik de veertiende op school kwam. "Hoi", mompelde ik en zei dankjewel voor de felicitaties die op me af gevuurd werden. Om me heen stonden mensen rozen en cadeautjes uit te wisselen, hingen meisjes rond hun vriendje en andersom. Het lijkt misschien grappig om op Valentijn te verjaren, maar het enige voordeel is eigenlijk dat mensen de datum niet zo snel vergeten. Verder zijn de meeste cadeautjes die ik krijg roze of rood.

"Gelukkige verjaardag!" Iemand stak een kaartje onder mijn neus waar een paar mensen (hij, Ina, Lily en Emmeline, wat zou je willen?) hun naam op hadden gezet. "Danku", grijnsde ik en bewonderde de prachtige rode voorkant. Mijn lievelingskleur is eigenlijk paars, maar dat zei ik niet.

Ina gaf me die dag de CD van een zangeres van wie ik nu nog steeds een enorme fan ben. "Je gaat dat mooi vinden", zei ze en nadat ik alle liedjes beluisterd had, gaf ik haar volmondig gelijk. Het was nederlandstalig. Folk. Klasgenoten verklaarden me voor gek, ik bleef luisteren.
Ik ben altijd al graag een beetje tegendraads geweest.

Valentijn had ook onze klas niet onberoerd gelaten. We hadden al een koppeltje en nu waren er opeens drie. Ik vond dat schattig en was stiekem een beetje jaloers. Wie wil er tenslotte niet graag gezien worden? Ina bekeek het allemaal van een andere kant. "Volgende week", wees ze mij terecht, "loopt dat meisje hier met rode ogen rond omdat de jongen een knapper, slimmer, blonder of gewoon een ander exemplaar gevonden heeft. Grote liefde, hoor. En dan kunnen ze niet meer tegen elkaar spreken tot het einde van het schooljaar, omdat ze elkaar haten. Of gewoon omdat het meisje niet durft en de jongen ongevoelig is." Ik vond haar theorie nergens op slaan.

"Naïviteit is nérgens goed voor", hield Ina vol, en toen: "en dat is niet pessimistisch, maar realistisch denken." Waarna ze haar tong naar me uitstak en we overschakelden op een ander onderwerp. Ook Iemand was van mening dat eerstejaarkoppels zelden serieus waren. "Jij bent een serieus meisje", zei hij ernstig, "maar daarom geldt dat nog niet voor de rest van de wereld." Ik rolde met mijn ogen, want ik begon het gevoel te krijgen dat me de les gelezen werd. "Het is al goed", mompelde ik, "ik snap het al." Het was koud buiten en dus stampte ik met mijn voeten op de grond. Iemand grijnsde. "Zie je wel. Jij bent eigenlijk nog een klein meisje."

Dat was ik inderdaad. Ik was een klein meisje en vooral ook heel erg naïef.

Wat natuurlijk nergens goed voor is.

0 reacties:

 
design by suckmylolly.com