Gedichten.
Ik wou dat ik
geworden was wat jij
wil zijn
Ik wou dat ik
altijd en onvoorwaardelijk
geschonken ben.
*
Niemand maakt mij
lyrischer vertrouwder met
lang geleden ging nog komen
zelfs was ik na
zo lang nog tevreden
zonder stem geweest
kon ik alleen maar
op lange termijn
veel verder komen.
*
Porseleinen problemen
breng ik wij naar hen
onthoud mij -
eens koud is vergeten
*
Ik ging weg
zoals mij dat verteld was
zonder wachten om
terug te komen
Achteraf bleven
we allemaal en vroeg
ik me af waar en wanneer
het verkeerd ging, of
jij beter had opgelet.
*
Voor jij wegging
was ik al verder dan voorbij
gegaan
Ook al beweert de wereld
niet is altijd beter,
na lang was jij mijn
afscheid
*
Blijf, zei ik
Kom dichterbij
herschik de afstand
rol een weg uit
Samen zijn wij
zoveel meer
gevolgen
gelogen
*
De wind boog je om
tot schrille pieken en
boorde gaten in de verte
Mijn verleden werd
onvoltooid en wij
gingen gewoon maar terug.
*
Gestolde verleden tijd
gesneden aan een
te scherp woord-
een keer te veel
te weinig gekeken
Was jij alles wat ik
had, was jij alles wat
nog moest zijn en was ik
alleen maar heel verkeerd -
Gingen wij veel te vroeg
naar nooit geweest of
was ik alleen maar -
alleen maar altijd met twee.
*
(In.)
Gebroken stukken -
waardeloze
verbeten anonieme afwezigheid
achtergelaten zonder
weg te gaan
teruggekeerd zonder
om te keren
gingen wij
elk veel verder weg
knal tegen elkaar
*
Mag ik je misschien
anders heten dan je
noemen wil
zullen we
hoofd over hielen
opsekop binnenstebuiten
vlinders vangen -
mag ik weggaan en ga jij
dan alsjeblieft terug
met mij weer.
*
Zoals dat
alleen maar is wanneer
jij er bent
gooi ik met mijn woorden
en kan ik met mijn eigen
geen blijf
geen verblijf, ver-blijf ik
alleen wanneer jij er bent
*
Ik schrijf omdat
dat het enige is
enig echt en zonder anders
met begin en midden
zonder letters zonder einde
rigoureus zoals alleen jij bent
Ik schrijf want -
wat zou ik doen.
*
Laat mij schuilen
in jouw letteren
slapen tussen komma's -
jouw taal de mijne maken
Ik zag je vechten met inkt -
gehoor geven aan
wat ons beiden verziekte
Ik laat je liefhebben
in de holte van een woord -
verdwalen tussen
verdwenen dwaasheid
Wat nooit zal zijn
moet nog komen.
*
Dof en zacht
met verschenen kleuren
spon ze mijn web -
was ik verloren tussen inkt,
liet mijn hoofd rusten
op verbeten verdwijningen
Later blies ik het
stof van mijn eigen neus
Wie zal jou
nu nog wiegen.
*
Miliseconden glippen
door mijn vingers
leugens aan elkaar
tot waarheid - was dit
alles wat ik kon zien
waren wij altijd
nooit.
*
Zal ik
Zal jij daar zijn als
dat nodig is
Is dit
voor niets
of gerechtvaardigd,
was ik weg
Moet ik tellen
tot het niet meer
verder gaat en wij weten:
nooit geweest.
*
Reizend tussen woorden en gedachten
Zoekend tussen mogen en niet
willen en wil, zacht zoet
weg.
Aarzelend tussen jou en mij
en mij en jou en wij
ooit.
(Misschien)
Ben ik de weg kwijt
tussen liever en liefst.
*
Zoals ik ooit
langs de waterkant waadde
met in mijn hoofd
alleen donkere eiken
Zoals jij ooit
besloot dat de
grashalmen voor ons
te lang waren
Breekt er altijd iets
wanneer iemand zich omdraait
en wegloopt terwijl
hij blijft.
*
Er waren flitsen in zijn stem
en ijs in koude ogen
Er waren vlinders in mijn hoofd
en stukken lood in lege schoenen
Achteraf was er de straat,
zonder huizen en het asfalt stonk
Achteraf waren er holle voetstappen
van degene die als laatste opstond
En er is altijd
heel veel niets voor iedereen geweest.
*
Hij ging weg en ik ging mee
mompelde dat het niemands schuld was
dat ik dat wist en het niet geloofde.
Hij speelde leerkracht, zei:
"Het laatste woord is eenzaamheid"
en samen één is meer dan twee.
Het werd koud en toen
nog kouder tot
hij wegging en ik mee.
Het gefluister was zacht
en vooral heel onbestaand.
Zijn laatste woord was neen
en dat van ons alleen.
*
Er zat een barst in je woorden
ik hoorde het toen je wegging
en al het glas rinkelde
van zoveel stotterende stilte
Ze gingen nooit tot weder-,
zwierven door je hoofd
en op de lijn van je lippen,
ook al afgeschreven.
"Kom terug", zei ik,
hamerde lijm op de wonde.
"Ga weg", zei jij,
sloeg het eindelijk aan diggelen.
*
Zal je je dan
zo zacht over me heenbuigen
als de wereld over het korenveld
en wil je dan
-alsjeblieft-
iets liefs fluisteren, iets
dat ik nog niet kan horen
Mag ik je daarna dan
stil vergeten -
weglopen
blijven weglopen zodat
het echt kan zijn.
*
De nacht was koud
en jij kil terwijl
je stond te fonkelen -
ze wijzen je de weg niet
Het kindje alleen
maar wij met twee dus
speelde ik ezel en
balkte moedig alle stenen van de baan.
Achteraf kwam de lawine
bracht je me gloeiend tot stilte
Wij zagen nooit
de weg die je niet wees.
*
(Water)wegen
Niemandsland was grijs en rusteloos
en de telefoonlijn aan mijn oor
zei alleen maar 'zzzzt'.
Ik keek uren mensen
negeerde de vijandelijke
zoutgeur van kwade vogels
en de stoomwolk uit je oren
Jij raapte een schelp
liet mij luisteren naar wat niet was
en ik kwam heel dicht
bij verder weg.
*
Ik zal ons puzzelen
breekbaar lijmen
met wat niet bestond
Ik zal je vinden
waar je niet bent
stekels van je lippen
knippen met de mijne
Ik zal me vlechten
tussen het groene van je trui
en het zwarte rond je ogen-
altijd liever.
*
Ik wou dat ik jouw hand
jij mijn hand
stil kon vasthouden omdat
dat gewoon zo moet zijn.
(Ik wil in een torenkamer
en wachten op wie
weet gewoon omdat
er dan altijd kans op dromen is)
Ik wou dat er een
bordje op de wereld hing
Je hoeft niet bang te zijn
Het komt altijd goed.
*
Als het meezit
dan vallen vandaag
mijn dromen
Krijg ik eindelijk
jouw wolken
in bruikleen
En gaat het
onvoorwaardelijk
over en weer
*
Met lieve woorden
fluister je mij
een overgave in.
Bijtend op mijn lip
tot het bloedt
en geen pijn meer doet
wil ik je ontwijken en
achtervolgen tot je kapseist
net als ik
overstag gaat.
Samen zacht ten onder.
*
Zoete pijn
met mondjesmaat
verdeeld over
de scherpe pieken
van een ik
die wacht tot
je weggaat
tot je nooit zegt
en weggaat
die wacht tot
je blijft.
*
Afscheidsbrief aan een geliefde
'k Ben vannacht weggegaan
Zoals je waarschijnlijk wel al gezien hebt
aan het lege glas in de gootsteen
of de zacht dichtgetrokken deur
'k Hoop dat je het zal begrijpen
-dat ik de wereld moest zien bedoel ik dan
om te zien of er meer is
dan de sprookjeswereld die jij bent
En als je dat moest begrijpen
of ook als je dat niet doet
krul je rode lippen dan nog eens
in een zoete glimlach, dat maakt je mooi
Je hoeft niet te denken
dat ik niet van je houd of hield of heb gehouden
of zal houden want 't zou je gek maken
en ik heb je liever zo
Maar moest mijn afwezigheid wegen
denk dan eens aan de kleur van mijn stem
was mijn lege glas af en vul het weer
met melk en suiker
Want eens dan kom ik terug
en dan eten we schelpen met zee
en zand, misschien
of verhalen van lichtblauwe lucht
'k Ben vannacht weggegaan
om de echte wereld te zien
om te zien of die werkelijk zoveel verschilt
van de sprookjeswereld die jij bent
Maar kom me maar niet achterna
Als sprookje ben jij mooier.
*
Weet je nog hoe wij samen
in een koude januarimaand
door de sneeuw liepen en ik
jou vroeg of je mij zag
en - graag - zag
En hoe jij toen lachte met
je donkere ogen die de sneeuw
bijna deden smelten
en mij ook wel een beetje
Ik zie je - en graag maar
je antwoordt met liefde - koud
als de sneeuw toen
in een koude januarimaand
en dan zonder het graag zien.
*
Maar ik houd wel van de stilte
Tussen ons twee omdat ik dan zo
Stilletjes naar de kleur van je ogen
Kan zitten kijken zonder dat jij
Hoeft te vragen waarom
En als de scherpe woordan alleen
De lucht tussen ons zouden
Kunnen kwetsen en ons beiden
Ongedeerd zouden laten
Dan zwijg ik liever samen met jou
Gewoon omdat je zo lief bent
En ook wel omdat ik soms
Niet weet wat zeggen
- Al geef ik daar niet jou
maar mezelf de schuld van -
Dus zullen we dan samen zwijgen
En woordeloos onze gedachten uitwisselen
Zodat ik die dan luidop voor mezelf
Kan herhalen voor moest jouw zwijgen
Ooit te luid worden.
*
Ik zal hier blijven staan
en wachten tot je terugkeert
En als je me dan ziet
verankerd in de grond,
met ijskoude handen
en een gebroken hart
Wees dan voorzichtig
als je mijn voeten losmaakt -
Neem mijn handen in de jouwe
tot ze ontdooien - en daarmee
de koude in mijn ogen ook
Maar wat je ook doet
Probeer mijn hart
niet te lijmen, te helen
Raap - misschien - alleen
de stukken op, begraaf ze
onder de grote treurwilg.
Vind daar mijn
verlangen toen je wegging
en ik achterbleef op het perron
Met in mijn hoofd zacht gerinkel
van mijn stille dromen
die je machinist genadeloos
het graf in joeg.
woensdag 6 januari 2010
Alles samen (1).
Gepost door Wolkenmeisje op 10:12
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
0 reacties:
Een reactie posten