woensdag 21 oktober 2009

032

Zondag 20 april Jaar 1

"Mijn naam heeft twee n'en", zei ik bozig tegen Iemand, die zijn schouders ophaalde.
"Ik noem ook niet Iemand."
"Heet", verbeterde ik automatisch en beet op het puntje van mijn tong, omdat ik beloofd had die ergerlijke gewoonte af te leren.
"Wat ben jij, een woordenboek?"
Ik voelde hoe ik begon te blozen en probeerde te negeren wat hij gezegd had.
Zoals ik mezelf ontken op dagen dat ik denk dat ik de wereld niet waard ben, ontkende ik zijn woorden en richtte me weer op de onzin die hij aan het schrijven was.
En zoals hij soms begreep dat de wereld en ik niet altijd bij elkaar pasten en mij dan rustig als een overgroeide struisvogel met een air van alles-is-toch-maar-anders-dan-het-mij-beloofd-is mijn kop in het zand (of in mijn stilzwijgen) liet steken, deed hij alsof hij dat niet merkte.

"Ik wed dat jij met het groene boekje naast je bed slaapt." Om me daar dan tien seconden later met mijn schouders weer uit te trekken en me in de juiste richting te draaien natuurlijk.
Op dat vlak waren Ina en Iemand tegenpolen. Ina zegt waar het op staat, maar het zou ook nooit in haar opkomen dat niet te doen. Ze is zo bezorgd om mensen dat ze alles zou doen om hen op het juiste spoor te krijgen. En aangezien ik de neiging had al eens te ontsporen, had ze met mij haar handen vol. Iemand is iemand (met kleine i) die alles eerst rustig observeert, zich een oordeel vormt en iedereen maar een tijdje laat aanmodderen om hen dan plots, wanneer ze het absoluut niet meer verwachten, aan te vallen - en meestal ook te vloeren. Het is ongelooflijk moeilijk Iemand in een discussie of ruzie te betrekken wanneer jíj dat wil. Hij is het, die de voorwaarden stelt, en meestal is hij ook degene die wint.
En hij was de enige van wie ik dat kon verdragen. Conflicten zijn normaal niet aan mij besteed, en als ik een uitdaging kan vermijden, zal ik dat doen. Ik houd er niet van getest te worden, mijn grenzen te leren kennen, en al helemaal niet ze te verleggen. Ik wist dat toen ik vijftien was en naïef, en nu ik ouder ben, en misschien nog wel naïever, ben ik me daar nog veel meer van bewust - alsof hoe meer ik weiger mijn grenzen te verleggen, hoe meer zij op me afkomen. Ik vrees dat ik op een dag verstrikt zal raken in het net dat ik rond mezelf gespannen heb. Ik vrees dat het op een dag allemaal te laat zal zijn, en tegelijk... Tegelijk zou ik misschien niet liever willen.
Als het voorbij is, is het voorbij. Je kan wel blijven wachten, maar op een keer kan je toch terug ademhalen. Op een moment besef je dat het achter je ligt, en dat het misschien een onontwarbaar kluwen is, maar dat je het op zijn minst kan negeren nu. Op een keer besef je dat je, hoe moe je ook mag zijn, wel terug mag slapen.
Helaas komt dat nooit op tijd.

Toen ik (nog) jonger was, dacht ik dat alles wel vanzelf op zijn pootjes terecht zou komen. Uiteindelijk. Ondertussen weet ik dat ik een te grote controlefreak ben om dat te laten gebeuren. Dingen die je kapot analyseert komen zelden "zomaar" goed. Vandaar mijn hekel aan uitdagingen: een eigenschap van een uitdaging is dat het je uitdaagt. Dat je kwetsbaar bent en zelf óók niet weet hoe het zal aflopen. Dat is mij te onzeker. Ik blijf wel braaf tussen de lijntjes lopen.
En toch kon ik dat van Iemand verdragen. Hij was de enige met wie ik graag wedijverde, en bij wie ik ook echt mijn best deed te winnen. De enige bij wie ik het voor de volledige honderd procent kon aanvaarden wanneer ik dat niet deed. De enige van wie ik met alle plezier een uitdaging aannam. Dat moest wel iets betekenen, dacht ik.
Maar ik was dan ook jong.
En heel erg naïef.

0 reacties:

 
design by suckmylolly.com