maandag 7 december 2009

035

Lieve Ina -

Tijdens al die dagen (weken?) dat ik al speel met het idee je een brief te sturen, had ik het ontwerp al honderd keer in mijn hoofd uitgeschreven. Ik wist perfect wat ik zou zeggen. Ik wist perfect hoe het zou klinken. Ik had de woorden al gevonden, snap je? Ik hoefde ze alleen nog maar neer te pennen, en dan zou het daar staan: de brief die ik je zou sturen, die voor eens en altijd voor opheldering zou zorgen (of dat hoopte ik toch).

Maar nu zit ik hier, en opeens klinkt het allemaal zo geforceerd. Niet goed genoeg. Het zegt niet écht wat ik wil zeggen, het klinkt niet écht zoals ik wil dat het klinkt. Toch niet zo echt als ik het wil. Lieve Ina, deze brief had een perfecte brief moeten worden, een brief die duidelijk zou maken hoe bezorgd ik om je was, zonder al te veel poespas, maar die je wel zou ontroeren, zodat je wel (eindelijk, als ik dat mag zeggen) zou zeggen wat er aan de hand is.

Ina, ik ben bezorgd om je. Er gaat iets mis, en ik weet niet wat het is. Ik wil je helpen. Opvrolijken desnoods. Je bent de allerallerliefste, je mag niet zo triestig zijn, oké? Je verdient zo oneindig veel beter. Je verdient het om… elke dag over duizenden regenbogen te huppelen bij wijze van spreken. Snap je dat?

Wat is er aan de hand? Zeg niet dat het niets is, en waag het eens te zeggen dat het gewoon thuis een beetje moeilijker is. Dat is niet alles en ik merk het aan de manier waarop je… ik weet niet… een beetje anders lijkt dan anders? Je zit soms zo maar voor je uit te staren, en als iemand dan iets zegt moet je echt heel veel moeite doen om terug naar deze wereld te komen. Ik weet dat je af en toe een krop in je keel wegslikt, ik weet alleen nooit goed wat ik moet zeggen.

Je weet toch dat je alles kan vertellen he? Zelfs al ben je zwanger of zo. Dan gaan we gewoon samen babykleertjes kopen en namen verzinnen en alles. Ik wil maar zeggen, ik ga niet lopen omdat het iets choquerends is waar je mee zit. Je moet het gewoon vertellen, en dan zoeken we een oplossing.
Oké?

Liefs, veel liefs
Ann


Ann was zo iemand die niet zo goed was in praten, maar wel goed met woorden. Als er iets was, ging ze niet rond de tafel zitten om argumenten uit te wisselen en uiteindelijk tot een gezamenlijk compromis te komen. Nee, zij gooide het op papier en wachtte af.

Ik kreeg haar brief toen er een lesuur wegviel. Ze gooide hem op mijn bank vlak voor ze weer naar haar plaats liep, zodat ik er in elk geval geen vragen over kon gaan stellen. (Niet dat ik dat van plan was geweest, ik wist intussen hoe ze de dingen aanpakte)
Ik denk dat Ann een van de enige mensen was die de wereld om zich heen echt observeerde. Ik dacht dat ik zo goed toneelgespeeld had, dat ik haar echt had kunnen overtuigen van wat ik haar op de mouw gespeld had. Ik had op voorhand kunnen weten dat ze alleen maar zweeg tot ze genoeg moed had bijeengeraapt om dat niet te doen, maar toch. Ik kon me niet voorstellen hoe ze gemerkt kon hebben dat er iets mis was.

Achteraf leek dat allemaal zo logisch. Achteraf was ik degene die me afvroeg hoe ik zo doorzichtig had kunnen zijn. Als je het Ann hoorde beschrijven, leek het alsof ik met een bordje op mijn voorhoofd rondliep: Er is iets. Dat was niet zo. Ze had gewoon beter opgelet dan alle anderen.

En wat was er? Tja, wat was er niet. Er was haar broer, die ik in mijn hoofd ook Broer ben beginnen noemen, die al afzienbare tijd een lief had, en er was het feit dat ik daar anders op reageerde dan ik geweld had. Er was het feit dat hij dat Ann nog niet verteld had, en dat ik dus medeplichtig was aan die leugen. En dan was er nog die broer zelf, gewoon op zich, met wie ik zo goed kon praten en lachen, aan wie ik, eerst door ons gezamenlijk zorgenkindje (soms noemden we haar zo. We meenden het niet), later door mezelf gebonden was.

Er was het feit dat ik wist dat Ann, naast alles wat ze al kwijtgeraakt was, zo ongelooflijk bang was nog mensen te verliezen, heel hard haar best aan het doen was mij niet kwijt te spelen. Ik heb er nooit aan gedacht haar aan haar lot over te laten, maar ik denk dat ze zelf met die gedachte speelde. Ze vertrouwde me achteraf toe dat ze soms wel eens dacht dat ze misschien gewoon niet meer van mensen moest houden, dat ze dan ook niet konden weggaan. Ik heb haar toen met iets belegerd, maar ik weet al niet meer met wat.

Maar ik dwaal af. Ik vertelde Ann uiteindelijk wat er aan de hand was, omdat ze het nooit zou laten rusten en omdat ze zich zorgen maakte. Ze was lang stil, toen het er allemaal uit was en glimlachte toen. "Ik wist wel dat er iets aan de hand was tussen jou en Broer", zei ze vrolijk, "Ina toch, dat geeft toch niet dat je dat niet verteld hebt dat hij een vriendin heeft. Dat moet hij doen, en met iemand waar je verliefd op bent wil je geen ruzie. Daarbij, ik ben niet zo dom als het lijkt, ik had al een vermoeden... En als het is wie ik denk dat het is, kan ze niet eens zonder dt-fouten schrijven. Daar moet hij dus al niet mee binnenkomen thuis." Ze trok een gevaarlijk gezicht, en ik moest heel hard lachen. Kijk, haar opzet was dan toch gelukt.
Zelf dacht ze geloof ik altijd dat ze zo'n ongelooflijk slechte vriendin was, dat ik haar altijd moest helpen, dat ik nooit iets terugkreeg en nog wel meer van die onzin. Het is waar dat ik haar al eens uit putten gesleurd heb, dat ik haar dooreen rammelde als dat nodig was, en dat ik soms gewoon beter in haar hoofd kon kijken dan zijzelf.

Daar staat tegenover dat zij deed nadenken. Mij, maar ook iedereen om zich heen. Je kan dat niet goed beschrijven, maar als je Ann leerde kennen, leek het allemaal niet meer zo vanzelfsprekend. Zelfs haar zien was al genoeg - ze had zo'n eeuwige twijfelachtige uitdrukking op haar gezicht, alsof ze niet goed wist of deze wereld wel echt was. Als vanzelf ging je een stukje mee in haar gedachtegangen. Voor Ann was de wereld geen plaats waar ze maar gewoon toevallig was terecht gekomen, en waar ze wel zou zien waar ze uit kwam. Zij wou alles weten, elk detail. Ze was heel de tijd op zoek, naar alles wat ze miste. Ze dacht teveel na, maar haar teveel-denken, deed jou wel denken. Of het waar was, wat ze zei. In haar eigen twijfel, kon ze soms juist duidelijkheid brengen in jóúw hoofd.
Ze was altijd beter in het zorgen voor anderen dan voor zichzelf.

0 reacties:

 
design by suckmylolly.com