maandag 4 februari 2008

|0012

Gelukkig zijn.

We zitten met zijn vieren bij elkaar en vragen elkaar Latijnse woordjes op en doen alsof we heel druk aan het leren zijn, maar heel stiekem weten we allang dat we het al ongeveer kennen en zitten we alleen maar bij elkaar omdat dat fijn en gezellig is. We sussen ons geweten met de gedachte dat we dan toch met Latijnse woordjes bezig zijn, tot Ina haar Vocabularium na het vierhonderdvijfendertigste weglegt, zucht en zegt dat ze er genoeg van heeft. We zijn het allemaal met elkaar eens.

Ze zet de radio aan en ik vraag haar om de CD te verzetten. Op een hoopje is te gevaarlijk, daar ga ik van huilen en dat willen we niet. Of toch niet nu, nu het zo gezellig is. Ze verzet het nummer naar een liedje van Laïs. En de anderen doen alsof ze niets merken. Gelukkig.

Mensen praten graag over gevaarlijke dingen. Ookal zeg ik dat Niemand geen mogelijk onderwerp is, toch weten ze het gesprek er steeds naartoe te draaien. "Maar ik wíl helemaal niet over hem praten", zeg ik koppig en rits mijn trui tot helemaal boven dicht, alsof ik aanstalten maak om naar huis te vertrekken (en dat is misschien ook wel zo). Ina zegt dat dat zo is omdat ik me verstop. Ik zeg dat ze liegt. Er wordt geprotesteerd door de anderen en ik kijk zwijgend naar mijn handen en bedenk hoe die van hem eruit zien (hij heeft best mooie handen. Ik hield ze ooit vast en ze zijn meestal warm en net groot genoeg voor de mijne). "Nee", zeg ik dan, "ik lieg niet. En anders maar een klein beetje." Ze lachen.

Als ik op de fiets naar huis rijd, bedenk ik dat ik zou willen weten of zijn handen nog steeds warm aanvoelen.

0 reacties:

 
design by suckmylolly.com