maandag 4 februari 2008

|0035

On the street where you live.

Hij belt aan en Ina vraagt afwezig of ik eventjes wil open doen. Ze weet heel goed dat mijn antwoord op die vraag 'neen' is en, toch loop ik de trap af en open de voordeur. Hij lijkt even verbaasd mij te zien als ik hem. Niet dat ik verbaasd ben hem te zien, dat niet. Ik schud mijn hoofd, alsof de onlogische gedachtegang daarmee weg zal gaan en doe mijn best naar hem te glimlachen. "Hoi." Hij glimlacht en knikt ten teken van herkenning. Hij zegt niets. Ik aarzel een fractie van een seconde, zeg dat Ina boven is en zet een stap opzij. Hij loopt langs me heen en ik staar naar de grond. Binnensmonds vloek ik, op mezelf en op hem. Zou hij mij opgegeven hebben?

Ik loop achter hem de trappen op. Hij vraagt Ina wat het probleem is en ze begint het uit te leggen, terwijl ik tegen de deur leun en doe alsof ik geen deel uitmaak van de ruimte. "En wat wou je printen?" vraagt hij. Ina fronst haar wenkbrauwen en doet alsof ze het niet vindt. "Kom eens hier, Ann, jij weet wel waar je het opgeslagen hebt, toch?" Ik schokschouder en loop naar het computerscherm. Hij zit op de bureaustoel, dus leun ik langs hem heen en open zo snel als ik kan de map waar het document in opgeslagen staat. "O verdorie", mompel ik als ik de verkeerde sneltoets aansla en opnieuw kan beginnen. Dit keer drukt hij op control O. Ina checkt of het het juiste document is (dat is het) en hij probeert te printen. Niets.

Na een half uur werkt het nog steeds niet en ik begin lichtelijk in paniek te geraken. Akkoord, we hadden vroeger moeten beginnen, maar aan die wijze raad hebben we nu natuurlijk niets meer. "Hoe moet dat dan?" vraag ik gestresseerd, "we kunnen toch niet niets afgeven en zeggen sorry, de printer werkte niet en eens we dat doorhadden, hadden we geen tijd meer om de rest van het werkstuk te maken?" Niemand rolt met zijn ogen, zegt dat ik moet kalmeren en dat er nog altijd zoiets bestaat als USBsticks. Ik zeg dat dat niet veel uitmaakt als er maar één van de tien pagina's is om op die stick te zetten. Hij schokschoudert een beetje en gromt gefrustreerd omdat de printer nog steeds niet doet wat hij zou moeten doen.

"Ik ga te laat komen", hoor ik hem tussen zijn tanden mompelen en heb al gevraagd 'waar' voor ik er erg in heb. Hij lijkt een heel klein beetje ineen te krimpen en aarzelt duidelijk alvorens antwoord te geven. "Sara. Werkstuk." Vanuit mijn ooghoeken zie ik Ina dramatisch haar armen ten hemel heffen. Na nog eens tien minuten geeft hij het op. "Maak het af, zet het op stick en ik print het voor jullie af", zucht hij. Ik frons mijn wenkbrauwen en vraag me af of hij nog steeds weet dat onze printer al maanden stuk is. Waarschijnlijk. "Waarom vraag je Sara niet naar hier te komen?" stelt Ina voor. Er zit geen logica in die vraag en hij ziet het ook. Ik knijp onbewust mijn ogen een beetje samen. Als hij nu 'ja' zegt, is hij stom, als hij 'nee' zegt ook. Hij zegt dus beter niets, maar hij vraagt alleen waarom.

Gezelligheid. Ja echt. Ina doodbliksemen lukt helaas nog steeds niet.

0 reacties:

 
design by suckmylolly.com